'Niets zo praktisch als een goede theorie’

Uitspraak toegeschreven aan Kurt Lewin
.

Ik ben emeritus hoogleraar communicatiewetenschap, gespecialiseerd in corporate communicatie en communicatiemanagement. Ik begon mijn carrière als communicatieprofessional, min of meer per ongeluk, en het heeft me nooit meer losgelaten. Dat ‘per ongeluk’ zat zo: na het gymnasium wilde ik wel graag naar de School voor de Journalistiek. Maar die had zich in die tijd een zo anarchistisch imago verworven dat mijn ouders dat geen goed idee vonden. Rechten was beter voor een meisje, daar kun je alle kanten mee op, zeiden zij. Het was 1967, het flowerpower- en hippie tijdperk was net aangebroken. Na driekwart jaar had ik nog het plastic niet van mijn boeken gehaald. Rechten vond ik niks, dus mijn ouders leek het beter dat ik een baan zocht. Ik hield van taal, zo kwam ik in de voorlichting terecht.

Na zeventien jaar stapte ik over naar het hbo-onderwijs, eerst bij de heao, later bij de School voor de Journalistiek om de opleiding voorlichting op te zetten. Ja, inderdaad, diezelfde school. Die was inmiddels iets minder anarchistisch, al was het nog steeds mogelijk dat docenten journalistiek niet met docenten voorlichting wilden praten omdat met ons de duivel in huis was gehaald. Tsja…. Ik was ondertussen teruggegaan naar de universiteit, want in Nijmegen was een gloednieuwe opleiding: communicatiewetenschap, en daar zat een hoogleraar die interessante dingen zei over voorlichting: James Stappers. Er ging een wereld voor mij open.

In de grote fusierondes in het hbo werden wij vanuit journalistiek al snel ondergebracht bij de heao. Maar die zeiden: Perscontacten? Bedrijfsjournalistiek? Stukken leren schrijven? Dat is geen hbo-niveau…. En voorlichting? Aha, dat gaat over overheidscommunicatie. En weg was onze opleiding. Maar het was een fantastische tijd, ik heb er ontzettend veel geleerd en samengewerkt met geweldige mensen. Ondertussen promoveerde ik op een onderzoek naar de communicatiewetenschappelijke onderbouwing van het werk van grote communicatieafdelingen en toen was het tijd om over te stappen naar de wetenschap.

In 1996 begon ik helemaal opnieuw, als junior docent bij de Vrije Universiteit. Na een jaar kreeg ik er onderzoektijd bij en nog weer een paar jaar later werd ik lid van het bestuur van de faculteit met portefeuille onderwijs. Mijn onderzoek en vooral mijn voortdurende behoefte om een brug te slaan tussen wetenschap en praktijk leverde mij al gauw een bijzondere leerstoel aan de Universiteit Twente op (1 dag pw) met als leeropdracht Professionalisering van het communicatiemanagement. Lang heeft dat niet geduurd want de Universiteit van Amsterdam vroeg mij fulltime hoogleraar te worden. Ook daar kwam ik snel in het bestuur terecht want in de enorme bezuinigingsrondes van rond de eeuwwisseling kwam de afdeling Communicatiewetenschap zonder voorzitter te zitten. Ik heb die afdeling gesaneerd en na drie jaar waren de tekorten weggewerkt. Ondertussen was ik in het buitenland erg actief: President van de Europese vereniging van public relations en communicatiemanagement onderzoekers (Euprera), Chair van de afdeling Public Relations van de International Communication Association (ICA), lid van de redactie van de International Encyclopedia of Communication, lid van het onderzoeksteam van de European Communication Monitor, motor van het onderzoek naar een Europese aanpak van public relations, actief in de BledCom seminars in Slovenië, etc. Toen ik weer tijd kreeg om mijn eigen specialisme in de vakgroep verder op te bouwen bleek ik burned out en op. Ontzettend jammer, maar zo kan het lopen in het leven. Ik heb daardoor in Amsterdam minder kunnen doen dan ik van plan was. Extra bijzonder is het daarom dat ik na mijn emeritaat in 2010 me volledig kan wijden aan wat ik het liefste doe: de brug slaan tussen theorie en praktijk. Daarbij verlies ik niet uit het oog wat Kurt Lewin ons in de jaren veertig al leerde: niets zo praktisch als een goede theorie. Maar mijn eigen leermeester, James Stappers, zei er altijd bij dat het accent wel moet liggen op goede, want niet iedere theorie is geschikt voor iedere situatie. Bestudeer alles en behoud het goede, weet ik als domineesdochter.

Mijn Communicatiekruispunt (zie elders op deze site) over communicatiestrategieën is één van de meest gebruikte modellen in het vak. Ik vind het belangrijk om een brug te slaan tussen theorie en praktijk en treed daarom ook graag op als spreker voor studenten en professionals. In 2013 bedacht ik de glossy Communicatie NU, grootboek van het communicatievak. In 2015 verscheen nummer 2. Daarvoor bracht ik Met het oog op communicatie, reflecties op het communicatievak op de markt. In juni 2013 verscheen de Reflectieve Communicatie Scrum, een nieuwe methode om communicatieacties uit te voeren. Net als de glossy prachtig vormgegeven door Bianca Spierenburg van Studio Polkadot. In juni 2014 is weer een nieuw boek verschenen, ook ontwikkeld naar aanleiding van mijn uitspraak: 'gooi dat communicatieplan maar in de sloot'. Het is een praktische methode om te komen tot een goede strategie. Ik heb het geschreven samen met mijn oud-student Frank Körver, Partner bij Wepublic. Theorie en praktijk kwamen zo prachtig bij elkaar en leidde tot de uitwerking in 8 bouwstenen. Kijk voor uitvoerige info over het Frame elders op deze site.

Medio 2016 werden twee nieuwe boeken gepubliceerd: CommTalks: 40 Thought leaders over het communicatievak van morgen: een future check voor de toekomstbewuste communicatieprofessional en Communicatie is een vak, 60 specialismen op een rij. In dit boek komen 60 communicatieprofessionals aan het woord over wat zij doen, wat er interessant, leuk en/of moeilijk aan is en welke competenties zij vinden dat je nodig hebt voor hun specialisme.

Ook in 2014 werd de Van Ruler Academy opgericht.

In 2021 kwam het Handboek communicatiestrategie uit. Het is een geheel nieuw geschreven methodische verdieping van het Strategisch Communicatie Frame zoals ik dat in 2014 introduceerde in het boek dat ik er met Frank Körver over schreef. Het Strategisch Communicatie Frame heeft zich in de communicatiepraktijk inmiddels bewezen en wordt op veel afdelingen toegepast. Ik heb van al die praktijkervaringen in dit handboek dankbaar gebruik gemaakt. Het is daarom een echt handboek geworden en het helpt de lezer nog beter om de bouwstenen van het Strategisch Communicatie Frame stapsgewijs toe te passen voor een organisatie of opdrachtgever of voor studiedoeleinden en is geschreven voor communicatiestudenten en professionals en iedereen die meer strategisch wil werken.

04